KLANTREACTIE
"Anne-Marie beheerst de allerbelangrijkste basis van de tekst-schrijver: ze luistert, pikt signalen snel op, staat open voor opbouwende kritiek en adviezen en heeft een kritische instelling. Een vrouw met kwaliteit!"
Blog rond het Algerije-reisverhaal op rijm uit 1925 van mijn opa (1890-1959) Andries Hermannus Swerms. Hier lees je meer over de context.
En opeens zit ik dan over kaartmateriaal te mailen met iemand in Kroatië die ik totaal niet ken! Hij gaat zelfs helemaal met me meedenken wanneer ik uitleg wat ik precies zoek en waarom. Superleuk en bijzonder is dat! En naast een mooi maar klein papieren landkaartje dat ik eerder van hem kocht, is dan het resultaat een scan in hoge resolutie van een kaart van Algerije uit 1901, met een detailniveau om je vingers bij af te likken.
Hij vraagt er niets voor, terwijl hij er veel tijd in heeft gestopt om de grote kaart in delen te scannen, de stukken weer netjes digitaal aan elkaar te ‘plakken’ en die vervolgens in drie formaten te versturen, allemaal om het mij gemakkelijk te maken.
Een wereld van verschil
Terwijl ik daar nog van na zit te genieten, vraag ik me af hoe opa destijds zijn reis heeft voorbereid. Wat had hij voor informatie? Wat voor kaartmateriaal? Waarom koos hij voor Algerije? Als wij willen, kunnen we tegenwoordig alles uitzoeken en boeken via internet. En ook nog eens heel snel! Voor informatie kunnen we putten uit talloze bronnen, van Lonely Planet tot Google Earth, reisorganisaties, boekingssites en een onuitputtelijke hoeveelheid reisblogs met foto’s en ervaringen. Stel dat ik opa, geboren in 1890, nu zou kunnen spreken, hoe zou ik hem dat uit kunnen leggen?
De Nederlandsche Reisvereeniging
Van mijn moeder weten we dat opa tot zijn trouwen iedere zomervakantie drie weken op reis ging. Dat deed hij (soms, vaak, altijd?) met de ‘Nederlandsche Reisvereeniging’ (NRV). Deze organisatie werd opgericht in 1906 en gaf ook het blad ‘Reizen en trekken’ uit. Ik ga ervan uit dat opa lid was de NRV en genoot van het reistijdschrift, net zoals mijn moeder dat deed van het blad ‘Reizen’ en ik van ‘Op pad’. De artikelen zullen ongetwijfeld voor de nodige inspiratie hebben gezorgd. In eerste instantie kon ik dat blad nergens vinden, maar inmiddels weet ik dat de restanten van het archief van de NRV, inclusief ‘Reizen en trekken’ in het bezit zijn van het Nederlands Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam. Vanaf 21 mei is hun bibliotheek weer geopend voor publiek en ik verheug me erop die tijdschriften eens door te bladeren!
Wie helpt wie?
Tot slot nog even over de Kroatische meneer. Ik weet zo ongeveer niets van hem, behalve dan dat hij oud kaartmateriaal te koop aanbiedt én dat hij daar volgens mij een passie voor heeft. Dat denk ik, omdat hij zijn koopwaar heel zorgvuldig en uitgebreid presenteert, het verkoop- en verzendproces begeleidt met persoonlijke en enthousiaste berichtjes, zijn postpakketje tot in de puntjes verzorgt zodat er niets mis kan gaan met het kwetsbare stukje papier dat erin zit, én hij er een hartverwarmend bedankbriefje in stopt. Misschien ben ik naïef en is het gewoon goede marketing, maar ik houd het liever op interesse voor geschiedenis en oprechte blijheid om het feit dat een kaart een goede bestemming heeft gevonden.
Vorige: Een ongemakkelijk puzzelstukje